Timmermans, Itterbeek

Brouwerij Timmermans werd gesticht in 1702. Vanaf 1781 tot het eerste kwart van de 19de eeuw brouwde Henry Vanheyleweghen er. Rond 1814 verhuurde hij de gebouwen aan Jacobus Walraevens die er brouwsels van 15 hectoliter maakte.

Daarop vestigde Jacobus Walraevens zich te Itterbeek om er een boerderij en brouwerij uit te baten. Zijn oudste zoon Charles volgt hem op en geeft in 1832 de brouwerij een naam: “Brouwerij de Mol”. Daar ligt meteen ook de oorsprong van het “molleken” dat ook vandaag nog de houten foeders en pijpen siert.

In 1834 was de productie reeds gestegen tot 700 hectoliter. Van de verhouding tarwe/gerstemout die men toen gebruikte kon men afleiden dat er lambiek gebrouwen werd. In 1887 gaat zoon Paul Walraevens het bedrijf leiden dat ondertussen reeds uitgebreid was met een mouterij, een fruitkwekerij en een café.

Wanneer Celina, de jongste dochter van Paul Walraevens, in 1911 trouwde met brouwerszoon Frans Timmermans uit Zuun, werd een grote sanering doorgevoerd. De boerderij en de fruitkwekerij werden stopgezet en alles werd toegespitst op de brouwerij en het café. De mouterij bleef bestaan tot in de jaren 1960.

Gedurende verscheidene jaren werd de gemeente Itterbeek trouwens vanuit dat brouwershuis bestuurd. Frans Timmermans bracht het tot burgemeester, maar stelde als voorwaarde dat hij niet voortdurend naar het gemeentehuis moest pendelen. Deze wens werd ingewilligd en jarenlang kwamen de veldwachter en de gemeentesecretaris dagelijks om 12 uur ‘s middags naar de brouwerij om, bij een geuze of een kriek, de dossiers door te nemen. Enkel voor de gemeenteraad maakte de burgemeester een uitzondering.

Paul Van Cutsem, een landbouwerszoon, huwde in 1934 Frans’ enige dochter, Germaine. Wanneer zijn schoonvader overleed, herdoopte hij het bedrijf tot “brouwerij Timmermans”. Ook zijn zonen, Raoul en Jacques Van Cutsem zetten de brouwerstraditie verder en werden zaakvoerder.

In 1993 werd Brouwerij Timmermans overgenomen door Anthony Martin.

Pin It on Pinterest

Delen